Berserik werd geboren in een gezin van drie kinderen. Vader Berserik had een schoonmaakbedrijf en schilderde in zijn vrije tijd. Ondanks het verzet van zijn ouders schreef Herman Berserik zich in voor de Haagse Tekenacademie. Daar kreeg hij onder andere les van Paul Citroen en Rein Drayer.
Na de Tweede Wereldoorlog reisde Herman Berserik naar Parijs om met eigen ogen de ontwikkelingen in de Franse schilderkunst te zien. Het bezoek resulteerde in expressionistische en gestileerde werken waarin de invloed de van École de Paris, Picasso en Braque onmiskenbaar is. Vaak zijn de werken uit deze periode vanaf een hoger perspectief geschilderd. Berserik voelde zich ook verbonden met de in Parijs woonachtige Japanse schilder Fouijta.
Herman Berserik koos na de oorlog voor een figuratieve wijze van schilderen. Dat was best een gewaagde keuze in een tijd waarin de abstracte schilderkunst in opkomst was. Hij sloot zich aan bij verschillende kunstenaarsgroepen, waaronder de Haagse Kunstkring, Pulchri Studio en ‘Verve’. Deze laatste groep bestond aanvankelijk uit figuratief werkende kunstenaars, maar later werd er ook abstract werk gemaakt door een aantal leden.
Herman Berserik maakte reizen naar Algerije en Syrië, maar deze zouden geen blijvende invloed op hem hebben. Hij zocht zijn motieven liever dichter bij huis, in zijn vertrouwde omgeving. Hij nam geleidelijk aan afscheid van zijn kubistische/expressionistische werkwijze en ging realistischer schilderen.
Berserik kreeg een voorliefde voor ‘objets trouvés’; oude gebruiksvoorwerpen die hun functie hebben verloren. Voor hem zat de schoonheid vaak in de eenvoud, de sobere uitstraling of de vergankelijkheid van een voorwerp. Bijvoorbeeld een bestofte stoommachine, oude klok, een petroleum lamp of een verweerde appel. Maar ook een afgedankte naaimachine, fiets, pop of ander gebruikt speelgoed. Dit thema werd ook door andere Verve leden opgepikt.
Een ogenschijnlijk onbeduidend voorwerp of onderwerp werd door Herman Berserik uitgelicht; dat kon een voorbij rijdende tram zijn, maar ook een verlaten strand. Zijn werken ogen vaak humoristisch of nostalgisch, maar kunnen ook een dreigende ondertoon hebben of een desolate indruk maken. Veel haven- en riviergezichten schilderde hij vanuit zijn eigen boot. Naast bovengenoemde voorstellingen maakte Berserik diverse zelfportretten.
Vanaf 1959 werkte de schilder in de herkenbare ‘Berserik stijl’ waarmee hij zo bekend is geworden. Naast zijn schilders werkzaamheden, was Berserik illustrator en ontwerper van toneeldecors en kostuums. Ook was hij vanaf 1958 leraar aan de Haagse Academie van Beeldende kunst.
Herman Berserik won in 1952 en 1961 de Jacob Maris prijs. Werken van deze schilder bevinden zich onder meer in het Haags Gemeentemuseum en de Rijkscollectie.
Openingstijden:
Woensdag t/m zaterdag
11-17 uur en op afspraak
+31 (0)529 - 469 280 | info@marksmit.nl |