Jaap Weijand studeerde aan de Rijksacademie voor Beeldende kunsten in Amsterdam en woonde en werkte in de hoofdstad. In 1908 reisde hij naar Parijs en zag daar het werk van de Franse neo-impressionsten en fauvisten. Dit leidde tot een radicale ommekeer in zijn schilderstijl.
Jaap Weijand gebruikte fellere kleuren en bracht deze met streepjes en blokvormige toetsen aan, een expressionistische beeldtaal die aansloot bij het luminisme van Jan Sluijters en Leo Gestel.
Weijand exposeerde in 1910 samen met Sluijters, Mondriaan en Gestel op een tentoonstelling van kunstenaarsvereniging St. Lucas in het Stedelijk Museum. In een aparte zaal weliswaar, die door de conservatieve kunstcritici als de ‘ziekenzaal’ werd aangeduid. Weijand behoorde op dat moment tot de belangrijke avant-gardisten in de Nederlandse schilderkunst. Werken uit deze periode zijn meestal van hoge kwaliteit en komen zelden op de markt. Ze worden gerekend tot de hoogtepunten in zijn oeuvre.
Na 1918 woonde Jaap Weijand in Bergen en ontwikkelde een kubistische schilderstijl die verwantschap toonde met dat van Henri Le Fauconnier en de Bergense school schilders. Veel voorkomende onderwerpen in die periode zijn stillevens, portretten en landschappen. Behalve schilderijen maakte hij wandschilderingen en houtsneden.
Jaap Weijand was lid van de Moderne Kunstkring en schilders vereniging Arti et Amicitiae. Zijn werk bevindt zich onder meer in het Singer Museum in Laren en Museum de Fundatie in Zwolle/Heino. Hij overleed in 1960 in Bakkum.
Openingstijden:
Woensdag t/m zaterdag
11-17 uur en op afspraak
+31 (0)529 - 469 280 | info@marksmit.nl |