Jan van Heel was werkzaam als onderwijzer en volgde in de avonduren een opleiding aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Rotterdam. Na zij studie doceerde Jan van Heel van 1947 tot 1954 aan de Vrije Academie in Den Haag.
Jan van Heel creëerde met zijn werk een eigen werkelijkheid. De onderwerpen die Van Heel schilderde zijn niet tijdsgebonden of verbonden aan de actualiteit. In de jaren ’40 schilderde Van Heel in gematigd expressionistische stijl Parijse stadsgezichten en het circusleven. Hij hield van het circus en de sfeer van de piste. De circusclown zouden binnen het oeuvre van de schilder een geheel eigen plaats innemen.
Jan van Heel zat niet op straat achter een schildersezel te werken maar nam alles in zich op en maakte dan schetsen. Bij zijn schilderijen ging het niet om de weergave van het onderwerp maar om zijn eigen gevoel. Op die manier kreeg wat Van Heel op het doek bracht er een dimensie bij.
Tijdens zijn verblijf in Spanje ontdekte Jan van Heel de aarde. Een aarde onaangetast, vaak dor en verschraald en niet zoals het Hollandse groene rechttoe rechtaan landschap. Zijn eerste Spaanse landschappen schilderde hij naar wat hij uit het vliegtuig had gezien. Belangrijk voor hem was om de ruwheid en het karakter van het Spaanse land weer te geven. Dat deed hij met gedempte kleuren zoals warm rode, okergele en verzadigd bruine tinten in een geheel eigen vormentaal.
In 1951 was Van Heel medeoprichter en leidend figuur van de kunstgroep Verve. Deze Haagse kunstenaars organiseerden gezamenlijke tentoonstelling met als doel ‘meer fantasie en verbeelding, meer verve’ , een Haags antwoord op de Amsterdamse experimentelen en Cobra groep. Na Verve was Jan van Heel ook zeer actief binnen de Haagse kunstvereniging Fugare (1960-1967). Een kunstenaarscollectief die kan worden beschouwd als grondslag van de Nieuwe Haagse School. Er werden tentoonstellingen georganiseerd in Pulchri Studio en het Stedelijk Museum in Amsterdam.
Jan van Heel schilderde, na zijn sterk geabstraheerde Spaanse landschappen uit de jaren zestig, voornamelijk modern figuratief. Hij won vele prijzen voor zijn werk waaronder de Jacob Marisprijs en in 1965 de Jacob Marisoeuvreprijs.
Jan van Heel behoort tot de belangrijkste vertegenwoordigers van het naoorlogse realisme. Hij was heel actief bij tal van kunstenaarsverenigingen en had daarin vele bestuurlijke functies. Werk van Jan van Heel bevindt zicht onder meer in het Stedelijk Museum Amsterdam, Centraal Museum Utrecht en Haagse Gemeentemuseum, maar ook in buitenlandse musea als Kopenhagen en Madrid.
Opening hours:
Wednesday until Saturday
11am - 5pm and by appointment
+31 (0)529 - 469 280 | info@marksmit.nl |